Het is al weer september. De maand waarin ik in de moedergroepen het RS virus bespreek. Omdat we nu nog kampen met het Corona Virus is het belangrijk te weten dat er nog een virus is wat in deze tijd geregeld voorkomt. Elk jaar zijn er in de babylessen wel een paar kindjes ziek).
het Respiratoir Syncytieel Virus, kortweg RS-virus of RSV, is een virus dat infecties van de luchtwegen veroorzaakt. Bij zuigelingen kan dit leiden tot veel hoesten, benauwdheid, piepende ademhaling en slecht drinken. Hier lees je meer over het virus. .
Wat is het RS-virus?
Het Respiratoir Syncytieel Virus, kortweg RS-virus of RSV genoemd, is een veel voorkomend virus dat infecties van de luchtwegen (neus, keel, luchtpijp, longen) veroorzaakt. Het RS-virus komt het meest voor in de herfst en winter, met het begin van optreden in oktober/november en de laatste infecties in maart/april. De piekperiode is meestal in december/ januari.
Volwassenen krijgen vooral verkoudheidsverschijnselen, maar zuigelingen en jonge kinderen kunnen er erg ziek van worden. Afhankelijk van de ernst van de infectie lopen de klachten uiteen van neusverkoudheid tot een ernstige benauwdheid, waarvoor soms een ziekenhuisopname nodig is.
Hoe makkelijk krijg je het RS-virus?
Het RS-virus is een besmettelijk virus. Het wordt overgedragen door een zogenoemde ‘druppelinfectie’, dat wil zeggen dat het virus zich bevindt in kleine druppeltjes die bij hoesten of niezen de lucht in komen. Het virus wordt ook gemakkelijk overgedragen door lichamelijk contact, meestal via de handen. Doordat het virus urenlang kan overleven op voorwerpen (speelgoed, leuningen, zakdoek), kan het ook via besmette voorwerpen doorgegeven worden. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen zoals bij een kinderdagverblijf of in wachtkamers, is de kans op besmetting groot.
Vooral vroeggeborenen (prematuren) zijn vatbaar voor het RS-virus. Tijdens de zwangerschap krijgt de baby via de moeder namelijk antistoffen die beschermen tegen virussen. Als een baby te vroeg wordt geboren, heeft het minder antistoffen meegekregen.
Wat zijn de klachten?
Het RS-virus veroorzaakt bij de meeste gezonde kinderen en volwassenen een mild ziektebeeld, dat veel lijkt op een gewone verkoudheid, met een loopneus, verstopte neus en soms lichte koorts.
Bij zuigelingen kunnen ook de lagere luchtwegen zijn aangedaan door een RS-virusinfectie, en kunnen de klachten verergeren tot veel hoesten, benauwdheid en piepende ademhaling. Zuigelingen kunnen slechter gaan drinken. De benauwdheid en/of het slechte drinken kan zulke vormen aannemen dat een ziekenhuisopname nodig is.
Een eenmalige infectie met het RS-virus biedt geen blijvende bescherming. Dit betekent dat het RS-virus hetzelfde seizoen of in de jaren erna kan terugkomen, maar dan meestal in een mildere vorm.
Hoe kun je een RS-infectie voorkomen?
RS-virusinfecties zijn in het seizoen vaak moeilijk te voorkomen. De kans op besmetting met het RS-virus kunt u verkleinen door een aantal maatregelen te nemen:
- Houd volwassenen en kinderen met verkoudheden uit de buurt van de baby. Laat ze uw baby zeker geen kusjes geven.
- Was uw handen vaak met water en zeep voordat u uw baby aanraakt.
- Maak gebruikt speelgoed regelmatig schoon.
- Vermijd met de baby plaatsen waar veel mensen samenkomen zoals openbaar vervoer, crèches, winkelcentra.
- Roken is ongezond voor de luchtwegen. Zorg ervoor dat in de omgeving van de baby niet wordt gerookt, want roken verergert de klachten van een RS-virusinfectie.
Is er een medicijn tegen het RS-virus? Op dit moment is er alleen Palivizumab (Synagis®) als medicijn dat de kans op ernstige RS-virusinfecties verkleint. Dit medicijn bevat antistoffen tegen het virus, waardoor de weerstand ertegen wordt verhoogd.
Hiermee wordt de kans op een ernstige RS-virusinfectie kleiner. Palivizumab is speciaal bedoeld voor baby’s met een verhoogd risico op een RSV.
Er is nog geen specifieke behandeling voor kinderen met een RSV-infectie. Een maandelijkse injectie met palivizumab, een monoklonaal middel tegen het RSV F-glycoproteïne, tijdens het RSV-seizoen voorkomt RSV-gerelateerde ziekenhuisopname bij kinderen met een aangeboren hartaandoening en premature kinderen met een zwangerschapsduur <= 35 weken.
Ondersteunende zorg bestaat uit:Zuurstofsuppletie, Vloeistoffen door een maagsonde of door een ader (via IV). Luchtwegondersteuning kan worden geboden door niet-invasieve beademing (high flow neuscanule zuurstof), niet-invasieve beademing (nCPAP of BiPAP) of door invasieve mechanische beademing.
Bron: www.rsvinet.org.